
Alfur is een heel gewone jongen die houdt van gamen, een leuke beste vriend heeft en zich hard inzet in de lokale turngroep. Wanneer zijn ouders hem op een dag laten weten dat er autisme vastgesteld is bij zijn kleine broertje, heeft hij heel wat moeite dat te geloven. Bovendien lijken zijn ouders hierdoor zijn hele wereld op zijn kop te willen zetten: ze eten geen gluten meer, worden een plasticvrij gezin en willen ook nog eens verhuizen. Alfur is ervan overtuigd dat er helemaal niets aan de hand is met zijn broertje, Eikki en is vastbesloten dat aan iedereen te bewijzen.
Arndus Porarinsdottir verraste enige tijd geleden met het geweldige “De flat aan het einde van de wereld”. Ik was dan ook reuze benieuwd naar het nieuwe boek van haar hand. Opnieuw schrijft ze een warm verhaal over een kind dat aan een nieuwe situatie moet wennen. Hoewel de setting en de inhoud helemaal anders en een stuk minder luchtig zijn, is dit terug een verhaal over aanvaarding. Het verhaal is fijn opgebouwd en heeft personages die zo uit het leven gegrepen zijn. Het toont mooi hoe verschillende mensen helemaal anders met dezelfde situatie omgaan. Op zich is het dus een erg mooi verhaal, maar met het woord “gehandicapt” wordt wel erg kwistig gestrooid in dit boek. Bij momenten werd het zelfs bijna pijnlijk om het te lezen. Ik weet niet of het aan de vertaling ligt, maar ik vermoed eerder van niet. Hier had wat mij betreft toch wat dieper over nagedacht moeten worden. We willen kinderen er toch niet toe aanzetten het woord te pas en te onpas te gebruiken?
ISBN: 9789021483269 – Verschenen op 6/02/2024 – 291 p. – Uitgeverij Volt
