Parijs, 1956.  Anne helpt in de psychiatrische inrichting waar haar oom directeur is.  Ze raakt er bevriend met Béatrice, die er opgenomen is met anorexia.  Ze raken geïnteresseerd in Emile, een autistische jongen die aanvankelijk niet communiceert, maar bij de tuinman lijkt open te bloeien. 
Vele jaren later ontdekt psychologiestudente Sophie het dagboek van Béatrice.  Ze raakt door het meisje geïntrigeerd en probeert te achterhalen hoe het de bewoners van de inrichting vergaan is.

De Franse Cathy Bonidan is onderwijzer.  In Frankrijk won ze verschillende prijzen met deze debuutroman.  Het eerste deel van het verhaal speelt zich af in 1956.  Door de brieven die Anne aan een vriendin schrijft en de dagboekfragmenten van Béatrice, krijg je een beeld van het dagelijkse leven in de inrichting.  Wat opvalt is de evolutie die, Anne in het bijzonder, doormaakt doorheen het verhaal.  Aanvankelijk zijn haar uitlatingen over de patiënten niet altijd respectvol.  Er volgt echter een volledige ommekeer.  Boeiend ook om te lezen hoe de aanpak in de psychiatrie in de jaren ‘50 voor een grote ommekeer stond.  Het eerste deel lijkt wat abrupt te eindigen en laat je met een aantal vragen achter. In het tweede deel, dat zich in het heden afspeelt, komen heel wat antwoorden en krijg je een mooi, compleet beeld van het verhaal.   Deze prachtige roman is met veel gevoel geschreven en geeft een inzicht in de evolutie die de zorg voor personen met een psychische kwetsbaarheid, doorgemaakt heeft.  Boeiend en het lezen meer dan waard!

Met dank aan VBK België en Uitgeverij Mozaïek voor dit recensie-exemplaar!
⭐⭐⭐⭐
ISBN: 9789023960348
Verschijningsdatum: 2/12/2021
Aantal bladzijden: 271
Uitgeverij: Mozaïek
Vertaald door Jeanine Erades